Deze week berichtte de Financial Times dat computerfabrikant Dell vanaf volgend jaar wil stoppen met het gebruik van chips uit China. Naar verluidt heeft het bedrijf aan leveranciers kenbaar gemaakt dat het vanaf 2024 enkel nog chips zal afnemen die buiten China zijn geproduceerd. Ook concurrent HP beraadt zich volgens de FT op het afbouwen van de afhankelijkheid van China. Het past in een patroon – ingezet tijdens de coronapandemie – van westerse landen en bedrijven die in toenemende mate hun strategische afhankelijkheden in productieketens onder de loep nemen en het al langer toenemende wantrouwen vanuit de VS jegens China en Rusland. De Russische invasie in Oekraïne en de daaropvolgende nijpende situatie op de Europese energiemarkten hebben die tendens enkel versterkt. De term “strategische autonomie” is hot in Europa. Het kabinet schreef onlangs in een Kamerbrief te willen inzetten op “open strategische autonomie”. Wat betekent dit voor productieketens?

Het kan verkeren. Nog niet zolang geleden groeide de Chinese economie als kool en was die door de lage lonen een walhalla voor de offshoring van de lagere onderdelen in de waardeketen van westerse bedrijven. En Rusland, daar kwam het goedkope aardgas vandaan, in 2020 nog goed voor ruim 40% van de totale aardgasconsumptie in de Europese Unie. Europese bedrijven investeerden volop mee in de Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen, die het gastransport van Rusland naar West-Europa nog makkelijker moesten maken. Nederland en Duitsland zagen het – waarschuwingen vanuit Oost-Europa en de VS ten spijt – als commercieel project.

Maar door een aantal factoren is de trend omgedraaid. Toenemende zorgen om Chinese spionage, morele bezwaren tegen sweatshops, tekorten aan basismaterialen in de coronapandemie en de oorlogszucht van Vladimir Poetin hebben een krater geslagen in de handel tussen het Westen en de grootmachten China en Rusland. Ineens klonk de roep om in Europa mondkapjes te produceren, Chinese technologie te mijden en zo veel mogelijk onze eigen energie op te wekken.

Zien we momenteel de ‘deglobalisering’ zich voltrekken? Tot op zekere hoogte, maar wellicht is het beter te spreken van ‘slimme globalisering’. Want was de globalisering niet haar doel voorbij geschoten? Het moest leiden tot een geïntegreerde wereldeconomie, waar iedereen beter van werd. Ricardo’s theorie van comparatief voordeel, u kent het wel. Maar die theorie houdt natuurlijk geen rekening met morele en strategische overwegingen. Dat de EU voor bijna de helft van de aardgasconsumptie afhankelijk is van een despoot, is bovenal onbezonnen. Dat veel goedkoop textiel wordt geproduceerd met iets wat tegen slavernij aan schuurt, is moreel verwerpelijk. Daar vanaf stappen is geen protectionisme, maar gezond verstand en morele vooruitgang.

Doordat we in de afgelopen jaren met onze neus op de feiten zijn gedrukt, is het kritisch onder de loep nemen van productieketens en afhankelijkheden in schwung geraakt. Dit zal er onder meer toe leiden dat landen om China heen profiteren. India biedt volop kansen, terwijl het eerder genoemde Dell het vizier naar verluidt heeft gericht op Vietnam, evenals Apple. Voor de VS is Latijns-Amerika een logische kandidaat.

Voor Europese bedrijven wordt nearshoring steeds interessanter: het terughalen van productie naar Europa. Vooral de westelijke Balkan is hiervoor door z’n concurrerende lonen geschikt. Hoewel deze landen nog belangrijke stappen te zetten hebben – o.a. op gebied van productiviteit, belastingstelsel – zijn de veel kleinere afstanden, culturele overeenkomsten en toenemende economische integratie met de rest van Europa voordelen ten opzichte van Zuidoost-Azië. Voor de landen in de westelijke Balkan, die tot de armste van Europa behoren, dragen dergelijke investeringen bij aan de broodnodige economische groei in de regio. Nearshoring in Europa biedt de belangrijkste voordelen van lagelonenlanden en draagt tegelijkertijd bij aan de door het kabinet gewenste “open strategische autonomie”: een win-win voor heel Europa.

 

Jelle Baartmans, januari 2023

Jelle Baartmans
foto: Gerhard van Roon